Back 2 Bach

Hun fascinatie voor de muziek van Bach brengt saxofonist Thieme Schipper en bassist Mark Dekkers in de corona tijd samen om de 15 Inventions van Bach, die hij in eerste instantie tussen 1720 en 1723 als klavier etudes voor zijn oudste zoon Wilhelm Friederich schreef, te bewerken voor saxofoon en basgitaar. Op vele vlakken een uitdaging voor deze muzikanten, die beiden vooral in de lichte muziek sector werkzaam zijn. Maar zeer de moeite waard, want het geeft een hele nieuwe klank aan stukken die geschreven zijn in een tijd dat deze relatief jonge instrumenten nog niet waren uitgevonden.

De video hiernaast is een compilatie van een huiskamerconcert op 4 februari 2024 in Dronten.

Back 2 Bach

De muziek van Bach is een taal, en om een taal levend en in ontwikkeling te houden moet hij gesproken worden op een manier die verstaanbaar is in de tijd waarin men leeft. Beide muzikanten zoeken graag de grenzen op van wat Bach-critici nog toelaatbaar achtten. De uitdaging zit ‘m in de bijzondere combinatie van sopraansax en basgitaar, de extra mogelijkheden die beide instrumenten bieden, maar ook hun beperkingen. Noemenswaardig is ook dat alle 15 inventies uit het hoofd voor een live publiek ten gehore worden gebracht.

Over Bach

"Muziek dient tot Gods eer en zielsverrukking"

Bach was een meester in contrapunt, de kunst van het combineren van verschillende melodische lijnen. Zijn werken tonen een diepgaand begrip van polyfonie, waarbij meerdere onafhankelijke melodieën gelijktijdig worden uitgevoerd, en dit aspect van zijn muziek heeft een blijvende invloed gehad op latere componisten.

 

Over de Inventions

De Inventions (bedenksels) van Johann Sebastian Bach, zijn een verzameling van oefenstukken die hij componeerde voor zijn zoon Wilhelm Friedemann Bach. Deze werken verschenen voor het eerst in het 'klavierbuchlein für Wilhelm Friedemann' , toen nog aangeduid als 'Preludes', educatieve stukken om de vaardigheden van zijn zoon als klavier muzikant te ontwikkelen.

De Inventions bestaan uit 15 tweestemmige contrapuntische stukken in evenzoveel toonsoorten. Het doel van deze stukken was om de speler vertrouwd te maken met de principes van contrapunt en polyfonie, evenals om technische vaardigheden op het klavier te verbeteren.

De Inventions van Bach zijn niet alleen belangrijk als oefenmateriaal, maar ook als voorbeelden van Bachs meesterlijke beheersing van contrapunt en zijn vermogen om expressieve muziek te creëren binnen de beperkingen van een educatief kader. Ze blijven een integraal onderdeel van het repertoire voor klavier studenten en worden nog steeds veelvuldig bestudeerd en gespeeld als belangrijke werken uit het Baroktijdperk.

 

In het studieboek voor Wilhelm Friedemann organiseerde Bach de inventies op thema: de eerste drie (nummers 1, 4 en 7) zijn gebaseerd op de toonladder, de volgende drie (nummers 8, 10, 11) op gebroken akkoorden, gevolgd door een combinatie van beide in Invention nummer 14, die qua vorm bijna een fuga is.

De volgorde in Bachs latere, definitieve manuscript uit 1723 sluit echter aan bij de systematiek van het klavier. Net als later in Das Woltemperirte Clavier is de volgorde chromatisch, afwisselend in majeur en mineur. Wel liet Bach de moeilijkste toonsoorten met veel kruisen of mollen weg. Die kreeg de beginnende klavierspeler pas later op zijn bord.